Vissen in Noorwegen
Vissen in Noorwegen, het kan een fantastisch avontuur zijn doch ook volledig in het water vallen. Niets is zeker in de wereld van de sportvisserij. Allerlei factoren bepalen bepalen het plezier of juist tegenovergestelde van de voorgenomen visvakantie.
Dit jaar was ikzelf aan de beurt om af te reizen naar het hoge noorden, het eiland Senja om precies te zijn. Daar vang je de “grotere jongens”, zo werd mij verteld. Je begrijpt, vol goede moed, voorbereid en bepakt en bezakt afgereisd naar het land van de Vikingen. Ik zou ze wel eens even gaan vangen. De heenreis, met de auto, viel erg mee. Je bent dan vol verwachting en geen moeite is op dat moment teveel. De afstand naar het eiland is 3200km maar als fervent visser maakt dat allemaal geen bal uit en heb je er alles voor over om te kunnen vissen dus anderhalve dag non-stop gereden en regelmatig gewisseld als bestuurder en bijrijder. Het was diep in de nacht toen we arriveerde op onze bestemming en het leek allemaal lekker weer te zijn.
De volgende ochtend vroeg uit de bed en vol verwachting een blik uit het voorraam geworpen, het zag er allemaal goed uit. Een snel ontbijt achterover gewerkt en de visspulletjes in gereedheid gebracht. Als je dan eenmaal aangekomen bent heb je wel even wat werk om alles in gereedheid te brengen. Afijn, anderhalf uur verder, het begon lichtelijk te regenen. Na niet al te lange tijd werd die lichtelijke regen een stortregen en dat heeft het de rest van de dag gedaan. Niet echt lekker weer meer om het water op te gaan. Nou ben ik niet van suiker maar deze regen was wel een beetje teveel van het goede en uitgevaren ben ik dus die dag niet meer.
Een dagje regen is op zich helemaal niet erg en ik besloot om die dag verder maar eens rustig aan te doen, we hadden tenslotte 3200km gereden. Gewoon de volgende dag dan maar, geen enkel probleem. De volgende dag stond ik al vroeg naast mijn bed en keek eens door het voorraam naar buiten, dikke regendruppels maakte het zicht naar de overkant van het fjord behoorlijk troebel. Ik besloot op dat moment nog maar even terug in bed te kruipen en ben toen blijven liggen tot een uur of twaalf. Het heeft de hele verdere dag geregend en zin om te vissen in dit weer had ik al helemaal niet.
Gelukkig, na twee dagen lummelen, de weersverwachting voor de volgende dag was droog weer, tenminste dat begreep ik eruit. Inderdaad, de volgende dag geen regen, maar……………………………………….
Er was storm op komst, en niet zo’n klein beetje ook. Dag drie, tegen de middag, het begon een beetje te waaien. Die wind wakkerde aan tot een kleine windkracht 10 aan de kust en in de fjorden resulteerde dit in een windkracht 8 a 9 en een deining van twee meter. De golven die over de deining rolden hadden schuimkoppen waar de wind de bovenlaag afblies. Omgewaaide bomen en geplette auto’s waren het gevolg, ook hier en daar een overstroming. Zelfs voor de Noren is dit een behoorlijke storm ook al kan het daar behoorlijk spoken. Aan het einde van de dag begon het ook weer te regenen en uiteraard nog steeds niet gevist. De windkracht bleef vijf lange dagen aanhouden en ik verloor langzaam de moed
Na 8 dagen zonk mij de moed echt in de schoenen. Het begon te vriezen, vorst eind september, dat is voor het hoge noorden zelfs erg vroeg. Je zult denken dat 600km boven de poolcirkel het altijd wel koud is maar dat is niet waar, ook zijn er geen Eskimo’s en ijsberen. Het poollicht daaraantegen wel maar zelfs dat was gevlucht voor het slechte weer, dikke wolken belemmerde het nachtelijke zicht naar de sterren. Oké, dan maar vissen in de vorst. Zelfs dat was me niet gegund want de “natte sneeuw” kwam dwarrelend naar beneden. Het was alsof de natuur mijn aanwezigheid daar niet op prijs stelde.
Aan het einde van de visvakantie waren de enige schepen, die ik op het water had gezien, vrachtschepen en kustwacht. De kleine vissers bootjes lagen al 2 weken in de veilige thuishavens. Zelfs bij een naburig viskamp waren de vissers vroegtijdig vertrokken naar huis. Uiteindelijk, zonder een hengel in het water te hebben gegooid, zijn we vertrokken naar huis.
De reis naar huis liep de eerste 2300km voorspoedig. Eenmaal in Denemarken aangekomen, er stond al voor de Sontbrug “Strengt”, stonden gewapende mensen van een speciale eenheid. De auto werd gecontroleerd en we mochten doorrijden. Toch wel indrukwekkend als er in het zwart geklede mensen met machine geweren rond je auto lopen. Later bleek dat heel Denemarken hermetisch was afgesloten. Er kwam geen auto meer in en uit. Stations, veerdiensten, bruggen, alles was gesloten. Uiteindelijk hebben we zes uur op de snelweg stil gestaan. Een hel als je net 2300 km hebt gereden en nog 900 voor de boeg. Toen we uiteindelijk doodmoe thuiskwamen hadden we 42 uur over onze reis gedaan en dat non-stop. Met dit verhaal geef ik als website beheerder alvast een aftrap voor onze nieuwe column “VISSERSLATIJN” en hoop dat vele leuke visverhalen van jullie zijde onze site bereiken.
Auteur: E.S. Touwen
© Sportvis Media